8 augustus 2020

De afgelopen week zijn we op verschillende plaatsen in Estland geweest. Estland: iets groter dan Nederland, slechts 1,3 miljoen inwoners, waarvan 450.000 in de hoofdstad Tallinn wonen. Dan weet je het wel: op het platteland zijn wat kleine dorpjes en verder veel bos en velden.

Het bezoek aan grensstad Narva was bijzonder, hoewel het eigenlijk een grauwe stad is met veel grijze woonblokken, waar niet veel te beleven valt. Bijzonder zijn de twee forten aan weerszijde van de rivier. Het fort aan de overkant staat op Russisch grondgebied. Inwoners van Narva zijn voornamelijk Russen, die -anders dan in andere steden-, niet naar Rusland zijn teruggekeerd na de verzelfstandiging van Estland.

Na een tussenstop van twee regenachtige dagen langs de Baltische zee, hebben we de hoofdstad Tallinn bezocht. We stonden twee dagen op de parkeerplaats in de haven, niet ver van het centrum. Tallinn is een moderne hoofdstad met een prachtig historisch centrum en veel bezienswaardigheden.  Het was gezellig druk, maar volgens de plaatselijke toeristinfo, zijn er 80% minder toeristen dan normaal, omdat er geen cruiseschepen varen wegens corona.

Van Tallinn zijn we naar het eiland Saaremaa gereden. En gevaren, want het eiland is alleen met een veer te bereiken. Hier staan we nu met mooi weer (zon en 24 graden) op een natuurcamping aan de Baltische zee. Het is niet druk, dus we hebben een grasveld zo groot als een voetbalveld voor ons alleen. Dus de honden hebben het ook naar hun zin hier.