20 januari

Van Cáceres zijn we naar Mérida gereden. In Mérida zijn nog verschillende romeinse bouwwerken te bewonderen. Waaronder een aquaduct en de langste nog in gebruik zijnde romeinse brug van Europa.

Op onze route naar het zuiden kwamen we ook weer langs Sevilla. We konden het niet laten en hebben er weer twee prachtige dagen doorgebracht. De camperplaats in Sevilla is eigenlijk helemaal niets. Het ligt op een nogal vies industrieterrein maar het ligt wel dicht bij het centrum. We hadden er heel gezellige buren uit Vaals. Namen zijn we vergeten maar we hebben hem "Bassie" gedoopt.

Van Sevilla door naar Jerez de la Frontera, de stad van Tio Pepe. Leuk, gezellig stadje, de moeite waard om te bezoeken maar niet spectaculair.

Vervolgens door naar het meest zuidelijke stukje van Europa, Tarifa. Omdat het tijd werd om een wasje te draaien zijn we op een camping gaan staan. We staan met de camper aan een gigantisch groot strand. Aan de overkant, 15km verder, zien we de kust van Marokko. Nooit geweten dat deze kust zó dichtbij en zó goed te zien is! De hele dag zie je gigantische vrachtschepen voorbij varen. Tarifa en omstreken is bij uitstek een gebied voor kitesurfers, waarvan je er ook heel veel ziet. Voor de kust van Tarifa ligt nog een klein eilandje dat via een weggetje verbonden is met het vasteland. Links van dit weggetje is de Middelandse Zee en rechts de Atlantische Oceaan.

Gelukkig hebben we hier geen last gehad van het noodweer zoals in het oosten van Spanje.

Morgen zetten we koers naar Cádiz. Dus langzaam richting Portugal.